Het klinkt als een fout kerstnummer dat het 365 dagen per jaar Kerstmis moet zijn. Toch ben ik het er wel mee eens! Vind ik de kerstversiering zo leuk of ben ik stiekem dol op de hele dag kerstliedjes horen? Nee dat is het niet - misschien stiekem wel een klein beetje - maar er is een andere reden: de gastvrijheid.

Waar je ook komt: restaurants, kledingwinkels, hotels, supermarkten. Overal is het personeel extra gastvrij. Hoe komt dat? Zijn de gasten/klanten zelf al extra vrolijk? Komt het door de kerstversiering of ligt het aan het kerstmuziekje op de achtergrond? Ik weet niet goed wat de reden is. Het is tenslotte voor veel bedrijven de drukste tijd van het jaar, terwijl het niet ten koste gaat van de gastvrijheid over het algemeen. Ik vermoed dat de decembermaand een gevoel naar boven brengt van oprechte klantvriendelijkheid en gastvrijheid bij het personeel. Dat is iets moois wat ik het liefst elke dag van het jaar wel wil zien!

Merk jij dit ook in de decembermaand? Ik lees graag jouw reactie die je onderaan de pagina achter kunt laten. Kun jij daarnaast ook antwoord geven hoe de gastvrijheid zo goed kan zijn in deze maand?

Deze blog is tevens de laatste blog van 2015 en ik geef jou daarom graag mijn digitale kerstkaart:



Als derdejaarsstudent van de Hotel Management School Maastricht en werkstudent van het Teaching Hotel, het opleidingshotel van de hotelschool, hoor ik vaak van studenten om mij heen hoe zij het werken in de horeca ervaren. 

Zelf sta ik regelmatig achter de front office waar ik eerstejaarsstudenten begeleid met de werkzaamheden van die dag. "Een ontspannen baantje": denken veel eerstejaars zodra ze de dienst achter de front office beginnen. In principe zou dat ook bijna zo zijn, als je geen aandacht zou besteden aan gastvrijheid en service. Daarnaast is ons hotel gelegen in een oud kasteel. Dus? Leuk toch? Ja zeker, maar ook voor de eerstejaars een hoop trappen lopen en koffers dragen. Die gymlessen zoals vroeger op onze school, heb je dus tegenwoordig niet meer nodig om fit te blijven.

Een avond in de bediening staan is pas echte topsport. Zodra ik het restaurant binnen stap, zie ik al dat de wedstrijd in volle gang is. De eerstejaars kunnen goals maken door te zorgen voor tevreden gasten gedurende de avond en de spoelkeuken dient als een dug-out waar de eerstejaars in de time-out af en toe vlug wat water drinken om daarna weer verder te gaan met de wedstrijd. Net als bij teamsporten is het belangrijk om met je hele team goed te communiceren: bediening, keuken en bar.  

Na het diner is de wedstrijd gestreden en voorbij. Colberts en blazers hangen over rugleuningen. Rode gezichten bij de eerstejaars. De dames hebben de ballerina's al uitgedaan, want ze hebben deze avond geleerd dat je voor topsport goede schoenen nodig hebt. Alsof het glaswerk niet van glas is, maar van lood, poleren de heren de glazen aan de bartafel en ruimen die weer netjes op. De studenten drukken de lichten uit en gaan weer naar hun campuskamer. Morgen uitslapen en bijkomen?

Waarschijnlijk willen de eerstejaars dat graag, maar morgenochtend zijn er toch weer hotelgasten die vroeg willen ontbijten. Spierpijn of niet, morgen wordt de wedstrijd weer opnieuw gespeeld om elke dag je doel te blijven halen en te scoren. Horeca is hard werken. Dat beseffen de eerstejaarsstudenten zich wel na de praktijkweken in het Teaching Hotel.

Deze column is geschreven door Cas Meijerink en verscheen op dinsdag 15 december in het gastvrijheidsmagazine Jeannine. Klik hier om het volledige magazine te bestellen.



"Fijn... Weer een hele trein doorlopen en aan iedereen vragen om een vervoersbewijs.": ik kan mij voorstellen dat dit soms een gedachte van een NS-conducteur is. Bij beroepen waarbij je vaak de zelfde handeling moet uitvoeren, kan er tenslotte soms sleur en verveeldheid opspelen. We hebben allemaal wel eens iets te mopperen op de NS, maar vandaag een positief bericht!

Regelmatig reis ik tussen Maastricht en Deventer en in deze drie uur durende treinreis heb ik al vele treinconducteurs ontmoet, die er op dat moment voor zorgde dat ik mijn reis met een lach vervolgde na de vervoersbewijscontrole.



Iedereen kan de woorden uitspreken waarmee je vraagt om een vervoersbewijs. De vraag zit hem nou juist in: welke dingen moet je extra zeggen om de reiziger vrolijker te maken? Een goed voorbeeld is een conducteur die ik laatst tegen kwam. Bij een jonge dame met een boek in de trein vroeg hij of ze ook al deel 1 had gelezen en ze wisselden kort meningen uit over het boek. Daarna kwam hij bij een meneer aan die net zijn pasta van Julia's op had. Hij vroeg vriendelijk aan hem of het had gesmaakt. Oprechte interesse toonde deze conducteur en ik zag op alle reizigers een glimlach zelfs nog toen de conducteur al een paar meter verder was.

Een ander leuk voorbeeld is toen er om mijn OV-kaart werd gevraagd en de conducteur hem grondig bekeek. Ironisch gaf hij mij als tip dat ik toch geen groen shirt meer moest aan doen, aangezien die kleur mij niet goed stond. Ik vond het erg grappig en vroeg mij af of de conducteur niet een carrière als kledingstylist was misgelopen.

Het zijn die paar extra woorden en dat kleine beetje aandacht wat extra wordt geschonken aan de reiziger, maar wat wel een geweldig effect heeft! Het lijkt mij prachtig om altijd te reizen met deze gastvrije conducteurs!

Heb jij ook een speciale ervaring met een conducteur? Je kunt het laten weten in een reactie onder dit bericht.