Ik woon nu zo een 5
maanden als digital nomad op Bali in het inmiddels toeristische plaatsje Ubud
waar je oude hippies, hippe hipster en veel yoga lovers vindt.
Hier kook ik eigenlijk
niet vaak. Ik eet elke dag minstens 1x buiten de deur. Soms ga ik naar een
vegan of raw-food restaurant en je vindt mij ook weleens voor een uitstekende
malse burger bij een “Westers” restaurant, maar meestal stop ik gewoon bij een
warung (een klein Indonesisch eethuisje).
Of je nu in een spotgoedkope
warung eet, waar je maag al voor 2 euro gevuld is of bij een luxe raw-food
restaurant waar je op zachte kussentjes zit en er rustgevende muziek wordt
gedraaid, de gastvrijheid is gek genoeg hetzelfde. Je wordt altijd ontvangen
met een warme lach. Achttienjarige Balinese jongens en meisjes begroeten je met
de handpalmen tegen elkaar zoals je dat bij een yogales weleens doet.
Ik krijg er altijd meteen
een lekker gevoel van. Ha denk ik dan, zij gaan mij goed verzorgen. Ik moet
toegeven - vooral als je met een grote groep mensen bent - dat het soms iets te
lang duurt voordat het eten op je bord ligt. Het concept voorgerecht,
hoofdgerecht en nagerecht daar doen ze hier in Indonesische warungs vaak niet
aan. Het kan daarom gebeuren dat het eten soms niet tegelijk wordt geserveerd,
waardoor ik al aan het dessert zit en mijn vriend nog met zijn saté bezig is. Maar
dat liever dan een chagrijnige serveerder waarvan het afdruipt dat hij geen zin
heeft om jou te helpen.
De tafels worden schoon
gemaakt, het eten smaakte goed en bij afscheid krijg ik weer een dikke
glimlach. Ja met de gastvrijheid in de Balinese horeca zit het wel goed.
Wil jij ook een keer een gastblog schrijven voor waarisdegastvrijheid.nl? Neem dan gerust contact met mij op.
0 reacties :
Een reactie posten